Rocktoberfest | Estrado, Harderwijk | 29-10-2022
Woute rHommel | Photography © Marc van Peski
Op de laatste zaterdag van oktober vond de zesde editie (de Corona Light Edition van 2020 niet meegeteld) van Rocktoberfest plaats. Metal Experience reisde af naar het epicentrum van de Bijbelgordel en zag een zestal bands van eigen bodem aan het werk. Hieronder lees je het verslag.
Met één EP, ‘Warren of Necrosis’ (2020), plus één single, ‘Taken by the Devil’ (2021), op zak timmert het Apeldoornse quintet Black Rabbit sinds 2014 aan de spreekwoordelijke weg. Met name op livegebied lijkt het credo van de band: spelen wat je spelen kan. Dat is ook de enige manier om goed te worden, maar vooral ook strakker. Om klokslag half vijf wordt er voor een bijna lege zaal de introtape gestart. Vol overgave wordt het openingsnummer ingezet, alleen zoals wel vaker het geval is bij de kop van een show, is het geluid in de zaal nog niet helemaal goed afgesteld. Zo staan de gitaren veel te zacht ten opzichte van de basgitaar en de vocalen. De in-house geluidstechnicus stoeit hoorbaar met het mengpaneel. Helaas zal dit het hele optreden zo blijven, waardoor met name de leads van gitarist Jelle Brekelmans hieronder te lijden hebben. Het enthousiasme van Black Rabbit is er niet minder om. Drummer Max Hendriks probeert meermaals het publiek – dat inmiddels een derde van de zaal vult – vanachter zijn kit staand op te zwepen. Terwijl voorman Nino Thomas halverwege de set menig toeschouwer probeert aan te manen iets naar voren te komen. Opmerkelijk is verder dat tijdens het laatste nummer blijkbaar iemand het idee gevat heeft om de podiumverlichting in te schakelen(?). Afijn, zoals gezegd zit het met de gretigheid van dit jonge Veluwse vijftal meer dan geramd, alleen is de uitvoering van hun thrash/death gedurende het half uurtje speeltijd soms wat rommelig. Desalniettemin, een prima opener.
Dan uit Friesland: Stoflik Omskot (stoffelijk overschot) dat vanaf 2020 actief is en afgelopen zomer hun debuut ‘Harksankjes Fan De Dea’ in eigen beheer uitbracht. In de dertig minuten die men krijgt worden de aanwezigen met een allegaartje van death, thrash, grind en hardcore/punk in de eigen taal bediend. Hoewel de PA-speakers harder zijn gezet, duurt het even voordat de grunt van Peter Wijer goed uit de verf komt. Hij wordt verder vocaal bijgestaan door drummer Arnold van der Zee en bassist Roland Lukkes. De band laat zich niet kisten en speelt stug door. Sowieso wordt alles met een flinke schep zout genomen: de droge humor van Wijer (“Het volgende nummer gaat over Jehovah’s en wat wij ermee doen!”) en het spelplezier missen hun uitwerking op de halfgevulde zaal niet. Het kost de Friezen dan ook weinig moeite om de mensen vooraan in beweging te krijgen en worden ze zelfs getrakteerd op een polonaise. Kortom: een vermakelijk en goed optreden.
Na de vertegenwoordiging uit Gelderland en Friesland te hebben gehoord en gezien, is het rond kwart over zes de beurt aan de provincie Overijssel met Caedere. Opgericht in 1998 te Haaksbergen, produceerden zij tot nu toe twee EP’s, één demo en vier langspelers. De overwegend brutal/technical death metal wordt van meet af aan in uiterste concentratie gebracht. Hierdoor oogt de band wat statisch. Het zaalgeluid is oké, maar de definitie gaat regelmatig verloren door de hoeveelheid laag in de muziek, waardoor het meer dan eens een brei dreigt te worden. Vocalist Ben de Graaff grunt zich vakkundig door nummers als “Iconoclasm” en “Rotten to the Core”. Hoewel de band veertig minuten alles geeft en gitarist Niels Ottink een paar keer: “Voetjes van de vloer!” roept, wil de vonk maar niet op de toeschouwers overslaan. Wat ook niet meehelpt, zijn de net wat te lange stiltes/pauzes tussen de nummers door.
Vervolgens is het tijd voor de black metal van het Friese Helleruin, dat in 2015 als eenmansproject begon. Tot nu toe telt de discografie twee demo’s, twee splits, één EP, één single en de langspeler ‘War Upon Man’ (2021). Opperhoofd/multi-instrumentalist Carchost stelde vorig jaar een liveband samen met bekwame sessiemuzikanten om zijn muziek tot leven te brengen op het podium. Afgelopen mei werd er zelfs met Taake en Kampfar door Europa getoerd. De vijf zijn hoorbaar op elkaar ingespeeld, maar hebben alleen een paar nummers nodig om warm te draaien. Dit is gelukt tijdens het derde nummer, “No Elegance/Entrenchement”, waarna Carchost en co. de volledige aandacht van het publiek claimen, dit mede dankzij het goede zaalgeluid (want: eigen geluidstechnicus), de dynamische set en het verpulverende drumwerk van aanvalstank DS. Laatstgenoemde gaat zelfs zo tekeer dat één van zijn bekkens van het podium lazert. De driftig ijsberende frontman lijkt op bepaalde momenten zijn eigen nek te willen breken door zo hard mogelijk te headbangen. De climax wordt na vijftig minuten bereikt met een weergaloze uitvoering van “Mijn ziel aan de duivel” en zijn wij getuige geweest van een zeer goede show.
Dan is het de beurt aan het Overijsselse Soulburn dat een uur lang hun ‘True Blackened Death Metal’ komt brengen. Sinds de doorstart in 2014 hebben de ervaren vier niet stilgezeten en voegde zij nog drie langspelers, één split en één EP aan de eerder uitgebrachte demo en het debuut uit 1996. Voor het laatste album ‘Noa’s D’ark’ (2020) was de band regelmatig in het buitenland te vinden en toerden ze zelfs begin september een week lang door Zuid-Amerika. Blikvanger Twan van Geel (bas en vocalen) gaat helemaal op in zijn rol en drukt zijn teksten expressief uit. Inmiddels vloeit het bier rijkelijk en verkiezen veel rokers de gezelligheid buiten boven de livemuziek binnen. Iets wat de frontman niet is ontgaan, zo blijkt uit z’n licht spottende observatie alvorens “Withering Nights” wordt ingezet. De gitaartandem Eric Daniels en Remco Kreft zoeken geregeld contact met de voorste rij en hebben het zichtbaar naar hun zin tijdens het slepende “I Do Not Bleed From Your Crown Of Thorns”. Het zaalgeluid, inzet en presentatie zijn goed, maar hoezeer Soulburn het ook probeert, de sfeervolle muziek is niet aan iedereen besteed. Desondanks worden zij tijdens het laatste nummer getrakteerd op een kleine pit.
De uitsmijter van de avond wordt luidkeels onthaald: het Drentse God Dethroned speelt vanaf de eerste minuten een gewonnen wedstrijd. Het samenstellen van de setlist zal met elf albums best een heikel karwei geweest zijn, maar uit niets blijkt dat het geval, want oud en nieuw werk laten zich prima mengen. Zo komen er in rap tempo nummers als “Serpent King”, No Man’s Land” en “Illuminati” voorbij. Tijdens het mokerharde “Soul Sweeper” ontstaat er een circlepit. De energie, solo’s en het strakke spel van met name shredder Dave Meester en drumbeest Frank Schilperoort (die vorig jaar de drumkruk van Michiel van der Plicht overnam) is verbluffend te noemen. Sowieso heeft de kale bandbaas/gitaarbouwer Henri Sattler zich door de jaren heen weten te omringen met topmuzikanten, alleen hebben we de beste man wel eens beter bij stem gehoord. Dat deert verder niet, want het publiek laat zich gewillig een uur lang murw beuken door de blackened death metal.
Als Rocktoberfest een bandcompetitie geweest zou zijn, dan zou de uitslag als volgt zijn: 1. God Dethroned, 2. Helleruin, 3. Soulburn, 4. Stoflik Omskot, 5. Caedere, 6. Black Rabbit. Alles bij elkaar genomen is deze editie zeer geslaagd te noemen.