MILF MEMOIRES: Alcatraz backstage #1
Backstage. Where to begin. De voorbereiding: speelt er een band waarmee we connecties hebben? Kunnen we de campervan kwijt of nemen we een hotel? Wie kennen we bij het festival. Gaan we op bluf of gooien we met bandnamen? De meiden van Death Angel. Al jaren horen we die. Da’s zo gegroeid. Hoewel we heel wat meer bands de revue hebben zien passeren in onze metaldays valt DA écht onder vriendschap. Dynamo Open Air daar begon het voornamelijk. Hét metalfest in de 90s. En veel van die bands spelen nu nog, of weer. Wij relaxt backstage op het grasveld achter het podium, alles was daar bij elkaar. Geen verschillende vip areas, afgescheiden kleedkamers of speciale diningrooms. Tussen optredens door, en ook tijdens, een grote bong aansteken. Die trok aandacht. Nederland liep toen nog voor met het weedrookbeleid. Langzamerhand dwarrelde er weer een bandlid neer en er kwamen er steeds meer bijzitten. De een bracht drank, de ander smokes, bands, crew, organisators, managers. One big party. En zo deden we heel wat contacten op, waarvan we er velen jarenlang hebben onderhouden. Connecties baby! En zo komen we bij Alcatraz.
Alcatraz
Een van de tofste festivals. Niet te groot, niet te klein. Vette entourage en aankleding. Fantastische line-up en een nog betere sfeer. Maar da’s altijd when metalheads unite. Politie die even komt kijken zeggen hetzelfde als de non-metal-staff, hoteleigenaars of taxichauffeurs: Ja, we zien graag metalheads. Netjes, beleefd, ruimen hun shit op (meestal), geen opstootjes, geen gezeik. In tegenstelling tot ervaringen met houseparties, dancefeesten of andere festivals. Ja, geef ons metalheads anyday. Alle overtollige energie goes right into the pit!
Alcatraz backstage is vetstrak georganiseerd zonder dat het statisch is of verzuurd. Tim Tronckoe heeft altijd een backstage fotohoek. Mét rook, wat soms hilarisch de hele entree waar bands aankomen blauw laat staan. Om de hoek daar zijn meest koele toiletten, belangrijk, want fuck wat is het heet. Iedere band heeft uiteraard een eigen kleedkamer maar ook een eigen douche. Daar maakt een van ons snel gebruik van tijdens een bandsigning en een onbewaakt ogenblik, dankzij een handdoek gekregen van Exodus. Handig hoor zo’n sporthal. Een vip bar met daarnaast security die checkt of je wel naar het kleedkamergedeelte mag. Want niet alle wristbands zijn er geldig. Daar is ook de grote eetzaal, met airco! Goedbezocht, dus dé perfecte spot om onopvallend maar overduidelijk te scouten of bands al zijn gearriveerd. Samen met de ‘usual suspects’, ook in bezit van AAA wristband,
bezetten we de koelste tafel en worden bandleden enthousiast getackeld en verwelkomt, mits een van ons ze (her)kent. Een van ons loopt enthousiast op de zanger van Vanderberg af om in het Nederlands haar respect te uiten over het doorstaan van de ongekende hitte tijdens het optreden. Hij blijkt Engels te spreken. Nogmaals het verhaal. Hij bedankt vriendelijk voor de complimenten om daarna vriendelijk uit te leggen dat hij niet de zanger van Vandenberg is maar de bassist van Voivod. Ze lijken ook allemaal op elkaar die muzikanten.
Triple A wristbands betekent bewegingsvrijheid. Overal gaan en staan. Band kijken sidestage, mits er geen ‘closed stage’ is en het geluid ok is. Want frontstage is het geluid meestal beter. Maar ja, daar staan geen grote ventilators en die maken het overleven nu toch een stuk aangenamer. Van verschillende kanten worden flessen drank aangesleept uit verlaten kleedkamers, via iemand die weer iemand kent onder het genot van verleidelijke blikken en smartass comments. Die werken tenslotte. Hoewel de warmte zorgt voor beperkte inname van alcoholisch vocht dit weekend. De flesjes water zijn echter niet aan te slepen. Zorgt weliswaar voor een iets minder erotische dronk, maar hard nodig. Vergis je echter niet, er zijn een hoop ongeschreven regels backstage, net als op een tourbus trouwens. En mensen die voor het eerst of stiekem backstage zijn haal je er zo uit. Stiekem duurt trouwens nooit lang. Maar daarover een andere keer meer.
In de wandelgangen
Uiteraard leggen we onze poezelige oortjes graag te luisteren. But what happens backstage stays backstage. Or does it? Een inbraak in een trailer van Testament tijdens hun tour, tourbussen van Death Angel en Heathen die op de meest verkeerde momenten pech krijgen tijdens een tour, tot 3 keer toe, liefdes die opbloeien maar niet ‘mogen’ tussen bandleden of crew, exen die elkaar ongemakkelijk trachten te vermijden en elkaar toch tegen het lijf lopen, bandleden die toegeven hun vorige band veel leuker te vinden dan hun huidige, hilarische baby- en peutertalk met bandleden die nooit gedacht hadden nog vader te worden, de drumster van LOA met aftershow heatstroke linearecht richting ziekenhuis, een ex bandlid die over het podium rent van zijn former band onder het genot van veelzeggende dodelijke blikken, een tour die blijkt gecancelled door underage me-too ellende, Heathen die op stagetime nog op de ferry zit en uiteindelijk na de laatste band nog op mag of Thanatos waar bandleden elkaar verrassen met origineel albumartwork. Maar we zien vooral blije bands die elkaar lang niet hebben gezien door covid en elkaar in de armen vallen. Want een fest is dé plek om als muzikant zelf ook favoriete bands te zien spelen. We zien oude vrienden die er naar jaren nog fantastisch uitzien, energiek en vol levenslust, en muzikanten die hun beste tijd hebben gehad. En dat is te zien en horen op het podium. Je voelt het in de crowd. Die magische energie die een band uitstraalt en iedereen meeneemt in het live-gevoel, of het ‘muzikaal zit het nog wel goed maar het pakt je niet meer’. The show must go on maar het verhaal achter de band en bandleden speelt wel degelijk mee.